De voorbije zomer kregen we de gelegenheid om met een delegatie van de UHasselt naar Kisangani te reizen. Jean-Michel Rigo, vice rector van de universiteit maar ook de vader van François, is al tien jaar betrokken bij de samenwerking tussen deze Vlaamse universiteit en de universiteit van Kisangani.
Voor ons was het de eerste kennismaking met het zwarte continent. Doel van de reis was op de eerste plaats Congo ontdekken, vooral vanuit de invalshoek van de projecten van de vzw Kisangani. Onze drijfveren waren observeren, ontmoeten en vervolgens getuigen. In de toekomst willen we nuttig zijn om de levenskwaliteit van de mensen te verbeteren, onder meer dankzij onze wetenschappelijke studies.
Als je mensen die Congo kennen vertelt dat je naar ginds vertrekt, dan hoor je vaak : “Ofwel krijg je een afkeer en wil je nooit meer terugkeren ofwel ga je houden van het land en wil je voortdurend terugkeren.” Het spreekt voor zich dat we willen terugkeren. Een terugblik op ons avontuur maakt duidelijk waarom deze stad ons geraakt heeft.
Vertrek
Bij een dergelijke reis laat je niets aan het toeval over. Na het afhandelen van alle administratieve en medische kwesties (we hebben nog nooit zoveel vaccinaties gehad), konden we ons opmaken voor twintig uren vliegtuig, meer bepaald met Ethiopian Airlines waarbij maar één tussenstop in Addis Abeba nodig is om Kisangani te bereiken.
Laag gelegen gebieden Na overleg met de ploeg van de universiteit (Fidèle, Didi, Augustin enz.) over het programma voor een kennismaking met de projecten, hebben we eerst de laag gelegen gebieden bezocht. Dit terrein, gelegen naast de gebouwen van de universiteit, gebruikt geïntegreerde landbouw die het mogelijk maakt rijst te telen en vis en varkens te kweken. We hebben er gesproken met de verantwoordelijke voor dit project en we hebben eveneens een onderhoud gehad met vissers en dorpelingen die er werken. Dit project is een succes omdat het zorgt voor werkgelegenheid en voedsel en omdat dit op een intelligente manier gebeurt in een circulaire vorm van landbouw.
Masako & Ngene-Ngene Voor deze uitstap konden we het vervoer met de moto in Kisangani ontdekken, een transportmethode die de jongste tijd fors is toegenomen. Nadat we heel wat kilometers in de brousse hebben afgelegd, arriveerden we aan de school van Masako, die gebouwd is dankzij Hugo Gevaerts en Pierre Godfroid. Deze school is gebouwd nabij KM 12, tussen de scholen die al bestaan nabij KM 8 et 15. De doctorandi hebben ons warm gemaakt voor dit project van de universiteit. Dit project zorgt ervoor dat de kinderen die in de buurt van KM 12 wonen zich minder ver moeten verplaatsen. Voor de bouw van de school moesten ze vaak uren stappen om op een andere school te geraken. Iedere klas heeft een stukje grond op een naburig veld en de kinderen leren er hoe ze op een slimme en duurzame manier aan landbouw kunnen doen.
Tot onze verbazing konden we vaststellen hoe ‘echte’ ananassen groeien. Dankzij de kennis van de kinderen, leren hun ouders ook technieken die winstgevender zijn dan de klassieke brandcultuur. Een eindje verder zijn we aangekomen bij Ngene-Ngene. Nadat we voor de eerste keer suikerriet hebben geproefd hebben we kennis gemaakt met de visteelt in grote prachtige vijvers. Naast deze vijvers zijn er palmaanplantingen die palmolie opleveren. Het was werkelijk een bijzondere dag. Op de eerste plaats zijn de projecten goed geleid en zorgen ze ervoor dat de scholingsgraad toeneemt en dat de boeren geholpen worden om hun productie te vergroten in volle respect voor de natuur. Op de tweede plaats zorgde de uitstap met de moto’s ervoor dat die dag uitgroeide tot een echt avontuur.
Op iedere kilometer van de weg die leidt van het centrum van de stad naar de velden hebben we kleine dorpen doorkruist. De kinderen liepen achter ons aan om ons te groeten en enkelen waren wellicht nog meer geïntrigeerd. Maar een dergelijk onthaal en nieuwsgierigheid waren echte balsem voor onze ziel. Voor ons waren deze dorpjes die met weinig middelen zijn gebouwd, een surrealistische ervaring. Het maakt ons alleen maar dankbaar voor de kansen en het comfort dat we zelf genieten en zorgt er vooral voor dat we onze ‘problemen’ beter kunnen relativeren.
Batiamaduka Op de weg naar Buta hebben we velden met maniok bezocht en ontdekten we de verschillende toepassingen van deze plant/wortel. We hebben ook veel opgestoken van het gebruik van de gronden of hoe de velden op een slimme manier bewerkt kunnen worden in functie van de droogte. Opnieuw op pad hebben we verschillende dorpen doorkruist en we hebben er eentje bezocht dat een varkensstal en landbouwteelten had overgenomen die voordien door het project gefinancierd waren. Even verder, in Batiamaduka, hebben we een school bezocht die door het project is gefinancierd. Per toeval was er een scoutskamp. We hebben gezongen en gedanst met de kinderen en ervaringen uitgewisseld. Deze uitwisseling met de jongerenbeweging was bijzonder interessant. Ze beleefden veel plezier aan de fluitjes die ik door middel van een 3D-printer had gemaakt.
Vrije tijd Naast de activiteiten in het kader van de delegatie, hebben we ook de stad doorkruist, in grote mate met dank aan ‘papa Albert’. We kregen de kans om de faculteit wetenschappen te bezoeken en er een gorilla te zien die gedood was op 20 km van Kisangani, op de weg naar Buta. We hebben ook gegeten in een restaurant dat uitgebaat wordt door een Canadees. Een vorstelijke belevenis.
We zijn ook naar brug en de stuwdam van de watervallen van de Tshopo geweest. Heel indrukwekkend, net als de dierentuin en het prachtige strand in de buurt.
Op ons programma stond ook een bezoek aan de stroomversnellingen van de Wagenia en een ontmoeting met de vissers. We hebben ook voetbal gespeeld met jongeren op het terrein van Makiso. We hebben daarnaast het nachtelijk leven in Kisangani mogen ontdekken, wat we bijzonder op prijs hebben gesteld. Tenslotte hebben we ook aangeschoven bij een diner met de rector en de delegatie.
Mbiye Hoogtepunt van deze reis was een bezoek aan het eiland Mbiye. We zijn de rivier opgevaren met een prauw langs het immense eiland (15 km op 7). Onderweg werden we begroet door de inwoners van het eiland. We traden in de voetsporen van Hugo die aan de basis ligt van een schooltje in het hoofddorp van het eiland. Dank zij het legaat van Clara, de zuster van één van onze bestuursleden werd de school medegefinancierd. Voordien moesten de kinderen de rivier oversteken om naar de dichtst bijzijnde school te gaan. Deze overtocht was echter riskant en de meeste kinderen volgden geen school.
Enkele jaren geleden is Hugo daarom begonnen met de bouw van een school op het eiland. Stilaan is de uitrusting verbeterd : nadat er een put is geslagen en zonnepanelen verbonden zijn met een batterij, zijn nu de toiletten in dienst genomen.
We kwamen er echter niet met lege handen en hebben schoolmateriaal meegebracht, pennen, boeken en fluitjes voor de directrice van de school.
Nogmaals dit alles heeft ons toegelaten om te relativeren wat wij ‘problemen’ noemen. Ons verblijf in Kisangani heeft ons geleerd dat het geluk schuilt in deze eenvoudige dingen en vooral in het kunnen delen. Zoals Fidèle me op een avond vertelde : “ons grootste rijkdom schuilt in onze familie”.
Deze ervaring heeft ons verschillende dingen geleerd : eerst en vooral de kunst van het relativeren, om te leven op het moment zelf, om de sociale en familiale banden te koesteren, om de tijd te nemen voor de eenvoudige dingen en vooral om te delen.
Voor ons is de beste manier om ginds van nut te zijn, niet om een week lang de handen uit de mouwen te steken en hun werk te doen, maar wel om een visie op langere termijn te ontwikkelen zodat ze hun landbouwgronden op een duurzame, hernieuwbare manier kunnen ontwikkelen.
We zouden graag als ingenieurs ons steentje willen bijdragen en hebben al enkele ideeën op het vlak van energie en onderwijs. Aan het einde van ons relaas willen we Jean-Michel bedanken omdat hij ons de kans gaf om deel te nemen aan de activiteiten van de delegatie. We willen vooral Hugo en Manja in het zonnetje zetten voor al het werk en de goede zaken die ze in Kisangani verricht hebben. Beiden zijn werkelijk inspirerende mensen.
François Rigo Kathleen Coutisse
Kathleen Coutisse en François Rigo stellen zich voor en dromen van een toekomst voor Kisangani :
Wij zijn een jong koppel, Kathleen, 22 jaar, burgerlijk ingenieur elektriciteit en François, 23 jaar, luchtvaartingenieur. We maken allebei een doctoraat aan de Universiteit van Luik.
Als we het hydro-elektrisch vermogen van de Tshopo zien, zegden we dat daar toekomst in is : niet alleen de stuwdam en de turbines herstellen, maar jonge technici vormen en waarom geen ingenieurs. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de luchthaven. En waarom zouden we ook geen eenvoudige oplossingen zoeken voor een locale elektriciteitsproductie.