Kisangani vzw

De banaan en de voedselveiligheid in de streek van Kisangani

November 2003

De banaan en de Plantain-banaan vertegenwoordigen een belangrijk deel van het voedsel in de tropische en subtropische streken, waarvan Kongo. De oudste meldingen over bananen gaan terug tot 500 jaar voor onze jaartelling. De oude Grieken spreken erover tijdens de tocht van Alexander de Grote in Indië. Later verschijnt de banaan, zowel bij de moslims als bij de katholieken als verboden vrucht in het Paradijs. Daarom denken zekere auteurs dat de banaan wel bij de allereerste gewassen zou behoren die de mens heeft gedomesticeerd

De Democratische Republiek Kongo, land van centraal Afrika waarvan de bevolking geschat wordt op meer dan 55 miljoen, zou bij de 10 eerste wereldproducenten behoren van bananen, vooral de kookbanaan of Plantain-banaan met een productie die op meer dan 2.000.000 ton per jaar wordt geschat.

De Oostprovincie met Kisangani als hoofdstad, levert reeds meer dan 600.000 ton bananen, vooral Plantain-bananen, dit is een kwart van de nationale productie. Deze productie is nochtans onvoldoende om aan de voedselbehoefte te voldoen van de bevolking die op 4 miljoen geschat wordt op 503.232 vierkante km .

Edmond De Langhe had reeds in 1961 in deze provincie 56 verschillende gecultiveerde variëteiten van die Plantain-banaan geïnventariseerd. Hij beschouwde het centrale Kongolese bekken als secundaire zone voor de diversificatie van deze banaan.

Onlangs toonde een preliminair onderzoek, dat aan de faculteit wetenschappen werd verricht, aan, dat de mensen die in de stad Kisangani vertoeven (een stad van 600.000 inwoners) 3 verschillende types Plantain-banaan telen, die verdeeld zijn over 35 cultivars en 3 types gewone banaan, verdeeld over 10 cultivars. Dit alleen reeds in de stad, waar de bananen geplant zijn in de percelen rond de woningen.

In de streek van Kisangani worden de bananen geplant dadelijk na het platbranden, in het systeem genoemd "rondtrekkende landbouw na platbranden", samen met andere voedingsgewassen zoals maniok, maïs en rijst; Dit systeem is nochtans nefast door het gevolg ervan: het terugdringen van het woud. Ze worden ook in de tuinen geplant. Dit laatste heeft als voordeel dat de planten kunnen profiteren van het huisafval en mest van de huisdieren. De banaanbomen hier, zijn dus meer productief.

Het LUC project (een plattelandsontwikkelingsproject geïnitieerd door Prof.H.Gevaerts) heeft een sector die zich bezig houdt met de banaan. Deze had drie doelstellingen:

- een verzameling maken van de verschillende variëteiten uit de regio in de tuin van de faculteit wetenschappen. Dit om uit te maken welke de meest productieve zijn en het meeste weerstand aan ziekten bieden, om ze aan te raden bij de bevolking.

- het uitplanten van nieuwe meer productieve hybride variëteiten vanuit het Internationaal Transit Centrum voor bananenmateriaal uit de hele wereld (ITC), dat zich aan de KULeuven bevindt

- en de introductie bij de planters in de streek van Kisangani van deze nieuwe variëteiten (sommigen hebben een rendement van 40 ton/ha/jaar).

Momenteel werken de dierenkweek en de bananenteelt als een geïntegreerd geheel met de recyclage van het afval. De bladeren, de valse stammen, en de niet gegeten bananen dienen als voedsel voor het pluimvee, de konijnen, de rietrat en de varkens. De uitwerpselen dienen als meststof voor de bananen.

Het project bezit bananenvelden, waarvan de totale oppervlakte 5 ha bedraagt met een productie van 10.000 kg/ha/jaar.

De laatste 4 jaar werden meer dan 5000 scheuten en klein plantmateriaal verkocht en de vraag wordt steeds groter sinds de lokale radio (RTNC) en de nationale radio voor de vrede (OKAPI) veel gewag maakt van het project en dan voornamelijk van de banaanteelt.

Men kan zich afvragen waarom deze teelt zo de aandacht van het publiek trekt en van de wetenschappers die zich met de voedselveiligheid bezig houden. Het antwoord op deze vraag ligt in de belangrijkheid van heel deze banaanteelt als voedsel voor mens en dier en zijn therapeutische waarde, veelal ongekend.

Inderdaad worden de bananen vooral geteeld voor de vruchten, al dienen de andere bestanddelen van de plant ook voor vele doeleinden (de bladeren, de valse stammen, de schillen als voedsel voor de dieren, de bladeren als verpakking van voedsel enz.). De rijpe vruchten behoren tot de snelst verteerbare. De banaan is rijk aan kalium en doet de kans op bloeddruk en hersenbloeding dalen. Hierover zijn studies gedaan in India: het eten van 2 bananen per dag deed de bloeddruk op één week tijd met 10 % dalen. Het regelmatig nuttigen ervan kan zweren en diarree bij kinderen doen minderen.

Op energetisch gebied, worden bananen aangeraden aan personen die veel energie voor spierinspanningen nodig hebben. Inderdaad leveren 100 gr banaan (92-122 Kcal) meer energie dan aardappelen (79 Kcal). Ze kunnen een voordelige plaats innemen in het voedingsregime van personen die weinig vetten en cholesterol beogen.

Goed voor de gezondheid en zeer lekker, toch is de productie ervan minder kostelijk vergeleken met andere voedingsgewassen.

In de tropische landen met weinig inkomsten zou de teelt van de banaan moeten aangemoedigd worden om de voedselveiligheid te verzekeren. De inspanningen die de faculteit wetenschappen samen met andere organisaties en mensen van goede wil doet in de sector van de banaan zou moeten verder gezet kunnen worden, gepaard met bijkomende middelen.

Deze inspanningen streven naar het verwerven van nieuwe meer vruchtbare variëteiten, de snelle vermeerdering ervan en de verspreiding naar de arme bevolking van Kisangani, samen met de kweek van kleinvee.